Plasterk gedwongen open kaart te spelen over afluisterpraktijken

Christiaan Alberdingk Thijm
08 feb 2014

Advocaat Christiaan Alberdingk Thijm dwong met een rechtszaak minister Plasterk open kaart te spelen over afluisterpraktijken. Maar dat is slechts een begin, schrijft hij in een opiniestuk voor het Parool.

Sinds woensdag hangt het politieke leven van minister Ronald Plasterk aan een zijden draadje. Plasterk heeft de Kamer verkeerd geïnformeerd over de herkomst van 1,8 miljoen gegevens, metadata, die opdoken in documenten van de Amerikaanse inlichtingendienst NSA, gelekt door Edward Snowden. De gegevens waren door de NSA vergaard in Nederland, zo verklaarde Plasterk in oktober.

Woensdag moest Plasterk zich verdedigen in een zaak aangespannen door een coalitie van burgers en belangenorganisaties. De coalitie ‘burgers tegen Plasterk’ wil dat de rechter de uitwisseling van illegale data verbiedt. Het gaat om informatie die diensten als de NSA op ongeoorloofde wijze in Nederland hebben vergaard en vervolgens aan onze eigen diensten verstrekken. Zo wordt illegale data alsnog witgewassen.

Over de 1,8 miljoen gegevens merkt Plasterk op dat deze ‘door de Staat in het kader van de internationale samenwerking rechtmatig zijn verkregen en rechtmatig aan andere landen zijn verstrekt’. Politiek is Plasterk in de problemen gekomen omdat de diensten de data dus niet van de Amerikanen hebben gekregen. Wij hebben de data zelf vergaard en aan de NSA gegeven.

In zijn antwoord op de eis van de coalitie betwist Plasterk niet dat de diensten data ontvangen en gebruiken van de NSA. Hij is alleen niet van plan te verifiëren of het illegale data betreft. Dat is namelijk niet gebruikelijk: er wordt geen navraag gedaan ‘naar de bronnen en/of gebruikte methoden en technieken’. Plasterk schrijft dat de diensten zich alleen aan de eigen wet hoeven te houden. Omdat die wet in het buitenland niet van toepassing is, kan men daar ongebreideld informatie verzamelen, zo is de gedachte. Ook als daarmee in strijd met de persoonlijke levenssfeer van Nederlandse burgers wordt gehandeld.

Zo ontstaat een beeld van nationale diensten die naar lieve lust data vergaren in het buitenland, zonder zich daarbij iets aan te trekken van de buitenlandse wetgeving. Vervolgens wordt deze data uitgeruild met de buitenlandse inlichtingendienst. De AIVD krijgt zo informatie in handen die de NSA heeft verzameld over Nederlanders en vice versa. In Nederland houdt men zich aan de wet en over een pakketje data uit het buitenland stellen we geen vragen.

Nationale grenzen aan de macht van inlichtingendiensten hebben geen zin als wij accepteren dat ze in het buitenland vrijelijk hun gang kunnen gaan. Nederland is lid van een select gezelschap geheime diensten, de ‘nine eyes’. Deze club landen wisselt op grote schaal informatie met elkaar uit. De informatie die de Nederlandse diensten in eigen land niet mogen vergaren krijgen ze zo alsnog van de Amerikanen toegespeeld.

Dat Plasterk door de rechtszaak gedwongen is openheid van zaken te geven, is een eerste overwinning in deze procedure. Er is weinig bekend over het reilen en zeilen van onze inlichtingendiensten. Democratische controle op de diensten is nauwelijks aanwezig. Een van de redenen om deze zaak te voeren is om de overheid tot meer transparantie te dwingen. De hoofdreden is echter dat de internationale ruilbeurs van illegaal verkregen data een halt toegeroepen moet worden. Wanneer bij het vergaren van informatie grond- en mensenrechten worden geschonden, moet Nederland geen gebruik willen maken van die informatie. Dat geldt voor informatie die door marteling is ontfutseld net zo goed als voor informatie die door privacyschendingen is afgetapt.

In juli trad de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker af. De reden? De geheime dienst van Luxemburg kon jarenlang ongestoord burgers, politici en zelfs de groothertog afluisteren. Juncker, sinds 1995 premier, erkende nooit veel interesse te hebben in de geheime dienst.

Het wordt tijd dat we ons meer gaan interesseren in onze diensten. Het verkeerd informeren van de Kamer mag een politieke doodzonde zijn, het aannemen van informatie die in strijd met grond- en mensenrechten is verzameld is maatschappelijk onaanvaardbaar.

Christiaan Alberdingk Thijm is advocaat bij bureau Brandeis en treedt op namens de coalitie burgers en belangenorganisaties in de zaak tegen Plasterk.

Dit stuk verscheen op 8 februari 2014 in het Parool.

Naar
boven