Ook noodtoestand bindt Erdogan aan rechtsregels

Christiaan Alberdingk Thijm
26 jul 2016

Ontslag rechters tart Europese verdragen en samenwerking in Raad van Europa waaraan de Turkse regering is gebonden

Door Christiaan Alberdingk Thijm en Esther Janssen

Na de mislukte couppoging door een deel van het Turkse leger op 15 juli heeft de Turkse president Recep Tayyip Erdogan voor drie maanden de noodtoestand uitgeroepen. Dat stelt hem in staat om per decreet te regeren en tijdelijk bepaalde rechten in te perken of daarvan af te wijken om de veiligheid van de staat te verzekeren. De Turkse vicepremier heeft verklaard dat het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) tijdens de noodtoestand wordt opgeschort. Dat kan niet. Ook tijdens een noodtoestand mogen noodmaatregelen niet in strijd zijn met internationaal recht en moeten zij ‘strikt vereist’ zijn. Dat volgt uit artikel 15 van het EVRM, een verdrag dat tot stand is gekomen in het kader van de Raad van Europa, waar Turkije lid van is.

De genoemde bepaling werd in het EVRM opgenomen juist om het gebruik van het noodrecht onder Europees toezicht te stellen en om te voorkomen dat regimes er misbruik van zouden maken. Een land heeft wel enige beoordelingsvrijheid voor het inroepen van de noodtoestand. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens — ook een instelling van de Raad van Europa — heeft echter verschillende malen een beroep op het noodrecht door de Turkse staat afgewezen ten aanzien van zijn optreden tegen de Koerdische PKK-beweging in Zuidoost-Turkije.

Het staat buiten kijf dat de gepoogde staatsgreep door het Turkse leger op geen enkele wijze te rechtvaardigen valt. Maar de vrees van tegenstanders van Erdogan dat de president de coup zou aanwenden om grondrechten verder in te perken blijkt gerechtvaardigd. De internationale gemeenschap en vooral Europa zou juist daarover een veel fermer standpunt in moeten nemen. Want sinds zijn aantreden als president in 2003 is Erdogan een steeds autocratischere politiek gaan voeren.

Over genomen noodmaatregelen dient Turkije de secretaris-generaal van de Raad van Europa volledig te informeren. Er is geen enkele twijfel over dat Erdogan massaal leden van de rechterlijke macht heeft ontslagen, 2745 in totaal. In Nederland zou dat ruim onze volledige rechterlijke macht zijn die op straat wordt gezet. De disproportionele maatregel doet vermoeden dat Erdogan een lijst paraat had om het justitiële apparaat te zuiveren. Het is juist die beslissing, genomen enkele uren na de mislukte coup, waarmee Erdogan de verdenking op zich laadt andere bedoelingen te hebben dan het bestraffen van coupplegers.

Het ontslag van rechters tart de democratische waarden die Erdogan zegt te verdedigen. Het ontslag is evident in strijd met internationale verdragen die Turkije heeft ondertekend. Ter vergelijking: in Nederland zijn rechters voor het leven benoemd. Slechts in bijzondere gevallen kan de Hoge Raad rechters ontslaan of schorsen. Wanneer de regering leden van de rechterlijke macht kan ontslaan, tart dat de scheiding der machten. Onze Grondwet sluit het dan ook uit.

Ook als deze Turkse rechters aanhangers zouden zijn van Erdogans aartsvijand Gülen rechtvaardigt dat nog niet hun ontslag. Rechters mogen bepaalde politieke of maatschappelijke opvattingen hebben. Dat Erdogan gehinderd wordt bij de uitvoering van zijn beleid door de rechterlijke macht staat vast. Het Turkse Constitutionele Hof heeft Erdogan al meerdere malen op de vingers getikt. Afgelopen week werden onder andere tien leden van de Staatsraad, een lid van de Hoge Raad en een rechter van het Constitutioneel Hof gearresteerd.

Ook tijdens een noodtoestand is het van belang de constitutionele orde zo veel mogelijk te bewaren. Zonder rechters en justitieel apparaat is een eerlijk proces van de daadwerkelijke coupplegers onmogelijk. De VN wil onafhankelijke waarnemers naar Turkse detentiecentra sturen om erop toe te zien dat verdachten toegang krijgen tot een advocaat. Laat ook de Europese Unie er alles aan doen om te zorgen dat in Turkije in de nasleep van de mislukte coup de democratische orde en de mensenrechten worden beschermd. Het moge duidelijk zijn dat in de huidige situatie ieder overleg met Turkije over toetreding tot de EU van de baan is.

Lees hier het PDF-artikel van Esther Janssen en mijzelf in het FD van maandag 25 juli 2016.

Naar
boven