Juristen staan alleen maar in de weg

Hans Bousie
11 jun 2013

Er gaan dagen voorbij dat ik me niet schaam voor mijn beroepsgroep, dat zijn mooie dagen. Vergelijkbaar met een dagje op het strand, vliegtuigje in de lucht, flesje wijn in de maag, en dan wegsoezelen.

Er zijn ook dagen en ik verhaal vandaag van zo’n dag dat ik denk dat juristen eigenlijk overal achter aan in de rij zouden moeten staan. Dat er op sommige plekken bordjes zouden moeten hangen: “verboden voor juristen”. Er wordt wel veel gekankerd op apartheid, maar dat was in de kern nog zo’n slecht idee niet. Dat je dan ook plaatsen hebt waar alleen juristen mogen komen. Dat zijn plaatsen waar de algemene voorwaarden die behoren bij het lidmaatschap pontificaal als de stellingen van Wittenberg op de voordeur zijn getimmerd. Plaatsen waarin de barkeeper wordt gecorrigeerd als hij“twee bier” roept. “Twee glazen bier zult u bedoelen.” Een klein dieptepunt in de afgelopen “weg met juristen” dagen was de dag dat het Commissariaat voor de Media opnieuw een kans voorbij liet gaan om innovatie een kans te geven. We schrijven 16 april 2013.

Voor ligt de zaak Mo’Media. U kent ze wel, de uitgevers van 100%stedengidsen. En innovatief genoeg. Mo’media wil graag behalve boekjes ook apps uitgeven, want als er één boeksoort is die schreeuwt om digitale toepassingen dan is het wel een stedengids. Lekker wandelen door Barcelona, mobiel in de hand om de route te bepalen en highlights toe te lichten. Boekje er bij als je in de hotelkamer voor de volgende dag een mooie lunchplek wilt uitzoeken of een galerie in de buurt. En natuurlijk wil Mo’Media die boekjes en apps ook in combinatie met elkaar verkopen. Maar, daar komt het, dat mag niet van het Commissariaat. En het Commissariaat verschuilt zich lafjes achter de wet.

Volgens het Commissariaat staat de Wet op de vaste Boekenprijs (Wvbp) deze combinatie niet toe. En dat is niet waar, sprak deze jurist. Immers in de wet staat dat de Wvbp van toepassing is op boeken. De definitie van boeken is de volgende: “een werk dat tekst bevat die vrijwel uitsluitend is gesteld in de Nederlandse of Friese taal, voorzien is van een titel, bestaat uit papieren bladzijden, al dan niet vergezeld van ondersteunende informatiedragers, en wordt uitgegeven in een oplage van meerdere exemplaren die voor verkoop aan eindafnemers zijn bestemd”(en dan volgen wat uitzonderingen).

De route die het Commissariaat zou kunnen volgen is deze: een ebook of een app kwalificeert als een ondersteunende informatiedrager, immers kan worden gebruikt in combinatie met het boek en ondersteunt deze ook. Als deze redenering wordt gehanteerd dan is de combinatie toegestaan. Maar nee, het Commissariaat hanteert terugvallend op een eerdere uitspraak van haarzelf (sic!) dat het bij een ondersteunende informatiedrager moet gaan om een informatiedrager dieuitsluitend informatie bevat ter ondersteuning van de inhoud van het papieren boek.

Door nu zelf te verzinnen dat een informatiedrager slechts ondersteunend kan zijn als die uitsluitend ondersteunend is, beperkt het Commissariaat de mogelijkheden. Even voor het idee, mijn benen zijn slechts ondersteunend als ik sta. Als een informatiedrager los van de ondersteunende functie ook nog een zelfstandige functie heeft, dan is die niet ondersteunend? Als je niet staat heb je geen benen? En als het niet gaat om een ondersteunende informatiedrager in de zin van de wet, dan is er dus sprake van een cadeau bij verkoop van een boek en dat is een op geld waardeerbaar voordeel en dat betekent dus korting, aldus het Commissariaat. Arrrggghhhh. Ooit is bedacht dat de Wet op de vaste boekenprijs het boekenvak zou moeten ondersteunen (dat is de werkelijke functie van de wet), maar op deze manier helpt het Commissariaat met een nodeloos beperkende juristenuitleg de werking van de Wet zodanig dat zij vakkundig elke mogelijke vooruitgang om zeep helpt.  Morgen werk ik thuis, ik hoop op een juristloze dag.

Naar
boven