Inzet van body cams levert onrechtmatige verwerking van bijzondere persoonsgegevens op

bureau Brandeis
20 jan 2017

Afgelopen zondag tijdens Zwolle – Ajax werden de naar Zwolle meegereisde Ajax supporters begeleid door stewards die uitgerust waren met bodycams. Navraag heeft inmiddels uitgewezen dat Ajax een pilot is gestart om middels bodycams haar dadergerichte aanpak te verbeteren. De vraag is of de inzet van bodycams wel in lijn is met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de toeschouwer?

 

Wat is een bodycam?

Bodycam is een camera die op het lichaam wordt geplaatst ter beveiliging van politie, of opsporing en / of vastlegging van strafbare feiten. De inzet van bodycams valt onder het bredere begrip cameratoezicht.

 

Verwerking van bijzondere persoonsgegevens

Het vastleggen van toeschouwers op video door middel van bodycams kwalificeert als een z.g. verwerking van persoonsgegevens en valt daarmee binnen de reikwijdte van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: “Wbp”).

Ajax is degene die het doel (dadergerichte aanpak verbeteren) en de middelen (bodycam op stewards) voor de verwerking van de persoonsgegevens bepaalt en is daarmee verantwoordelijk voor de gegevensverwerking.

Hoogstwaarschijnlijk levert het vastleggen van toeschouwers op video zelfs een verwerking van bijzondere persoonsgegevens op. Immers het vastleggen van toeschouwers op video kan informatie geven over de godsdienst of het ras[1] van de toeschouwer. [2] Verder kan aan de hand van de videobeelden worden achterhaald of de beelden bijvoorbeeld informatie bevatten over de gezondheid van een toeschouwer. Voor verwerking van bijzondere persoonsgegevens geldt het verzwaarde regime uit de Wbp.

Nou is het niet zo dat iedere verwerking van persoonsgegevens door middel van camera’s direct een verwerking van bijzondere persoonsgegevens[3] oplevert, echter als de verwerking van persoonsgegevens door inzet van camera’s identificatie tot doel heeft, dan worden deze beelden wel aangemerkt als verwerking van bijzondere persoonsgegevens.[4] De inzet van de bodycams door Ajax teneinde toeschouwers te identificeren levert de verwerking van bijzondere persoonsgegevens op waarvoor het verzwaarde regime uit de Wbp geldt.

 

Wanneer is de verwerking van bijzondere persoonsgegevens toegestaan?

Wil de verwerking van bijzondere persoonsgegevens in lijn met de Wbp zijn, dan is het noodzakelijk dat Ajax de inzet van bodycams kan baseren op één van de specifieke uitzonderingsgronden van art. 17 tot en met art. 2 Wbp of één van de algemene uitzonderingsgronden van art. 23 Wbp. De specifieke uitzonderingsgronden zijn niet van toepassing in het onderhavige geval en van de zeven algemene uitzonderingen zou mogelijk alleen de uitzondering van art. 23 lid sub f Wbp in aanmerking kunnen komen. In dat artikel wordt bepaald dat de gegevensverwerking noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, er passende waarborgen worden geboden ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer en dit bij wet wordt bepaald dan wel de Autoriteit Persoonsgegevens ontheffing heeft verleend.

 

Standpunt Ajax

Ajax meent dat het opsporen van daders van strafbare gedragingen alsmede het voorkomen van nieuwe strafbare feiten is toegestaan op grond van de bepalingen van de KNVB standaardvoorwaarden alsmede de huisregels van de stadions, zo stelt zij zelf. Daarmee zegt Ajax eigenlijk dat zij via de KNVB standaardvoorwaarden de uitdrukkelijk toestemming van de toeschouwer heeft verkregen voor de verwerking van zijn (bijzondere) persoonsgegevens.

Via de KNVB standaardvoorwaarden is het niet mogelijk om de uitdrukkelijke toestemming van de toeschouwer voor de verwerking van bijzondere persoonsgegevens te verkrijgen. Uitdrukkelijke toestemming betekent dat de toeschouwers het gebruik van gegevens daadwerkelijk zelf heeft gewild en voldoende geïnformeerd is geweest om de reikwijdte van zijn toestemming te overzien. Daarvan is geen sprake.

Voorzover Ajax door middel van de inzet van bodycams bijzondere persoonsgegevens van toeschouwers verwerkt, dat lijkt zij daarbij niet te voldaan aan de zware criteria van art. 23 lid 1 sub f Wbp. Immers, het lijkt zeer twijfelachtig of in het onderhavige geval sprake is van een zwaarwegend algemeen belang en passende waarborgen zijn geboden ter bescherming van persoonlijke levenssfeer van de toeschouwer. In de KNVB standaardvoorwaarden wordt nergens melding gemaakt van de inzet van bodycams, noch wordt er informatie gegeven over de doeleinden van de verwerking, de bewaartermijn van de video’s, alsmede de wijze waarop de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene wordt geminimaliseerd. Daarmee lijkt de gegevensverwerking niet te voldoen aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit. Verder lijkt er ook geen wettelijke grondslag te zijn noch sprake te zijn van een ontheffing door de Autoriteit Persoonsgegevens. Er lijkt hier dan ook sprake te zijn van een onrechtmatige gegevensverwerking.

 

Juridische mogelijkheden voor toeschouwers

De AFCA Supportersclub en de F-Side hebben zich inmiddels tegen de pilot uitgesproken en achten de pilot inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van toeschouwers. De toeschouwers die menen dat hun persoonsgegevens onrechtmatig worden verwerkt hebben een aantal mogelijkheden om actie te ondernemen.

De eerste optie is het indienen van een klacht bij Ajax omtrent de verwerking van de persoonsgegevens. Het lijkt erop dat de AFCA Supportersclub dit inmiddels bij de clubleiding van Ajax heeft gedaan.

De tweede optie is dat de toeschouwer kan verzoeken om inzage in zijn persoonsgegevens bij Ajax. In beginsel zal Ajax binnen vier weken moeten mededelen of er persoonsgegevens worden verwerkt, en zo ja, welke persoonsgegevens worden verwerkt alsmede voor welke doeleinden die gegevens worden verwerkt. In aanvulling op het recht op inzage kan de toeschouwer vervolgens verzoeken om persoonsgegevens te verwijderen of af te schermen indien deze persoonsgegevens voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd zijn met een wettelijk voorschrift worden verwerkt.

De derde optie is dat de toeschouwer de mogelijkheid heeft om verzet aan te tekenen tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens, echter daarvoor zal de toeschouwer wel persoonlijke omstandigheden moeten aanvoeren. Er zal dan een belangenafweging per individuele toeschouwer moeten plaatsvinden.

De vierde optie is het initiëren van een gerechtelijke procedure en de rechter verzoeken om Ajax een verbod op te leggen op verdere verwerking van zijn persoonsgegevens en daarbij verzoeken om schadevergoeding.

 

Conclusie

De inzet van bodycams door Ajax zonder grondslag in de Wbp. levert een onrechtmatige gegevensverwerking op. De toeschouwers hebben verschillende opties om de gegevensverwerking een halt toe te roepen. Het laatste woord is hier dus nog niet over gesproken.

 

[1] Kamerstukken II 1997/98, 25 892, nr. 3 p. 105; zie ook HR 23 maart 2010 ECLI:NL:HR:2010:BK6331, r.o. 2.6.

[2] Autoriteit persoonsgegevens, ‘Beleidsregels voor toepassing van bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens’, 28 januari 2016, p. 25.

[3] Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), L 119/1,; “The processing of photographs will not systematically be a sensitive processing..”

[4] Autoriteit persoonsgegevens, ‘Beleidsregels voor toepassing van bepalingen uit de Wet bescherming persoonsgegevens en de Wet politiegegevens’, 28 januari 2016, p. 26.

Naar
boven