Quote

Kartels en misbruik van machtspositie

De Mededingingswet (Mw) en het Verdrag Betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU) introduceren specifieke verplichtingen voor ondernemingen om de mededinging niet te verstoren. Zo mogen zij geen concurrentiebeperkende afspraken maken (het kartelverbod) en mogen ondernemingen met een machtspositie geen misbruik maken van deze positie.

 

Kartelverbod

Artikel 6 Mw en artikel 101 VWEU verbieden overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen tussen partijen die de concurrentie beperken. Afspraken in strijd met het kartelverbod zijn van rechtswege nietig.

Het kartelverbod omvat zowel afspraken tussen concurrenten (horizontaal) als afspraken tussen leveranciers en afnemers (verticaal). Strikt verboden zijn onder andere afspraken (tussen concurrenten) over prijzen en marktverdeling. Het uitgangspunt daarbij is dat iedere onderneming zelfstandig haar marktgedrag moet bepalen. Zelfs (indirecte) informatie-uitwisseling tussen concurrenten of feitelijke afstemming kan daarom leiden tot een inbreuk op het kartelverbod. Bij verticale afspraken valt te denken aan distributie-, agentuur- en franchiseovereenkomsten. Verticale afspraken die de concurrentie beperken zijn bijvoorbeeld afspraken waarbij de leverancier de vrijheid van de afnemer om zelf zijn verkoopprijs vast stellen beperkt of waarbij de leverancier het effectief gebruik van het internet door de afnemer beperkt. Lees hier meer over verticale overeenkomsten.

De consequenties van niet-naleving kunnen erg groot zijn. Het kartelverbod wordt in Nederland gehandhaafd door de Autoriteit Consument en Markt en de Europese Commissie die hoge (persoonlijke) boetes kunnen opleggen voor kartelovertredingen. Onze mededingingsadvocaten verzorgen in dat kader regelmatig compliance trainingen om werknemers en leidinggevenden bewuster te maken van de risico’s van het mededingingsrecht. 

De mededingingsadvocaten van bureau Brandeis hebben bovendien ruime ervaring met zowel de begeleiding van ondernemingen en feitelijk leidinggevenden die zelf voorwerp zijn van bestuursrechtelijke boeteprocedures, als het bijstaan van klagers in handhavingstrajecten. Zij procederen in dat kader regelmatig op nationaal niveau (bij de rechtbank Rotterdam en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)), en bij het Europese Hof van Justitie.

Het kartelverbod kan ook worden ingeroepen in civiele procedures, bijvoorbeeld rondom de opzegging van een overeenkomst. Bij bureau Brandeis wordt geregeld geprocedeerd over de mededingingsrechtelijke aspecten van contractuele voorwaarden.

 

Misbruik van machtspositie

Daarnaast verbieden artikelen 24 Mw en 102 VWEU een onderneming met een machtspositie om van die positie misbruik te maken. Indien een onderneming een dermate sterke en onafhankelijke positie heeft in de markt, rust op haar een bijzondere verantwoordelijkheid deze positie niet te misbruiken.

Van misbruik kan bijvoorbeeld sprake zijn bij koppelverkoop, onredelijk hoge- of roofprijzen, of het hanteren van onredelijke voorwaarden. Misbruik is evenwel een open norm en evolueert mee met marktontwikkelingen en voortschrijdende technologieën (in digitale markten).

Met een creatieve blik dragen de mededingingsadvocaten van bureau Brandeis in hun dagelijkse praktijk bij aan de ontwikkeling van (en de verdediging tegen) nieuwe (schade)theorieën die kunnen kwalificeren als een vorm van misbruik.

Ook de vaststelling van misbruik van machtspositie kan leiden tot bijzonder hoge boetes of worden afgedaan met bijvoorbeeld toezeggingen om het marktgedrag in de toekomst te verbeteren.

 

Heeft u vragen over het kartelverbod en/of het verbod op misbruik van een machtspositie? Neem contact op met een van onze specialisten.



Onze specialisten
Kartels en misbruik van machtspositie

Naar
boven