Coalitie Burgers tegen Plasterk verzoekt interventie bij Europees Hof

Christiaan Alberdingk Thijm
09 apr 2014

Er is een interessante ontwikkeling in de zaak Burgers tegen Plasterk. We verzoeken het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) om te interveniëren in de zaak die Big Brother Watch e.a. hebben aangespannen tegen het Verenigd Koninkrijk. In het geval dat ons verzoek wordt toegewezen, kan het betekenen dat het EHRM al in een vroeg stadium een uitspraak doet die relevant is voor onze zaak.

Privacy not Prism

Big Brother Watch, Open Rights Group, English PEN en Constanze Kurz startten een zaak tegen het Verenigd Koninkrijk waarin ze de rechtmatigheid van surveillancemaatregelen van de Engelse diensten aanvechten. Het gaat daarbij specifiek om het PRISM programma (waartoe Engelse diensten toegang zouden hebben) en TEMPORA (waarmee de Engelse dienst het internetverkeer over de glasvezelkabels tussen Europa en Amerika aftapt). Door procedurele redenen hoeft de zaak niet alle nationale instanties te doorlopen – zoals normaal wel vereist is – en kan Big Brother Watch de zaak direct voorleggen aan het EHRM. Dat Hof heeft al aangegeven deze zaak met spoed te behandelen. (Meer informatie over de Big Brother Watch e.a. zaak vind je op Privacy Not Prism.)

Overeenkomsten met Burgers tegen Plasterk

Onderdelen van de zaak van Big Brother Watch e.a. tonen verwantschap met en zijn relevant voor de zaak Burgers tegen Plasterk. In die zaak eist een coalitie van burgers en organisaties dat de Nederlandse Staat stopt met het gebruiken van gegevens die (mogelijk) niet in overeenstemming met de Nederlandse wet zijn verkregen. De procespartijen in Big Brother Watch stellen zich, net als Burgers tegen Plasterk, op het standpunt dat het verzoeken of ontvangen van data van buitenlandse inlichtingendiensten niet in overeenstemming is met het artikel 8 EVRM.

Elke belanghebbende kan het EHRM verzoeken om te mogen interveniëren. Omdat de gelijkenis met onze zaak zo groot is en het belang van de coalitie daarmee gegeven is, achten we de kans groot dat het Hof ons verzoek zal honoreren.

Consequentie van interventie

Normaliter mogen procespartijen pas naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens als alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Dat betekent dat de zaak moet zijn voorgelegd bij de rechtbank, het hof en de Hoge Raad.

Als ons verzoek wordt toegekend, zijn we geen formele procespartij in de Big Brother Watch-zaak, maar mogen we wel een schriftelijk stuk indienen. Daarin zullen wij het EHRM wijzen en informeren over punten die in onze zaak relevant zijn, waardoor de kans groter wordt dat het Hof een uitspraak doet die relevant is in onze zaak. En dat op een veel kortere termijn dan wanneer we eerst alle rechtsmiddelen hadden moeten doorlopen. De Nederlandse rechter zal de uitspraak van het EHRM moeten meewegen in zijn eigen uitspraak.

De eerstvolgende stap in onze rechtszaak, de comparitie na antwoord, zal deze zomer plaatsvinden. De datum van de mogelijke interventie is nog onzeker.

Lees hier het volledige verzoek tot interventie.

Naar
boven